Retrospectief van bevlogen vakman Nico Postma
Met zijn vertrek maakt Nico de overstap van communicado naar pensionado. Niet de eerste grote overstap in zijn leven. Eerder al verruilde hij zijn vak als leraar lichamelijke opvoeding voor een functie als Manager Opleidingen en Communicatie bij een landelijke boekhandelketen. Daarna werkte hij jarenlang als zelfstandig communicatieadviseur voor verschillende (semi-)overheden. En nog was de koek niet op. In 2005 startte hij samen met compagnon Willem Ketel Bureau voor Overheidscommunicatie, 2 jaar later gevolgd door het kleinere zusje, Bureau voor Zorgcommunicatie. Met een gerust hart legt hij de bureaus in de voor hem vertrouwde handen van Marielle Vis en Pierre Wimmers. Maar voordat hij de deur definitief achter zich dichttrekt, wilden we hem nog één keer uitgebreid spreken over zijn carrière. Als ode, als afscheid, als eerbetoon.
‘Kijk vooral naar competenties, persoonlijkheid en motivatie’
‘Ik heb 16 jaar lang met ontzettend veel plezier als gymnastiekleraar in het onderwijs gewerkt’, blikt Nico terug. ‘Maar ik twijfelde of ik dit fysiek tot mijn pensioen kon volhouden. Die twijfel besprak ik met mijn vriend Koos Boukens, oprichter van een franchiseketen. Hij bood mij een baan aan als Manager Opleidingen en Communicatie. Was hij alleen op mijn cv afgegaan, dan had hij mij die functie natuurlijk nooit gegeven. Een belangrijke les.’ Nico vertelt dat hij deze les altijd heeft doorgegeven aan medewerkers en opdrachtgevers. ‘Kijk niet alleen naar iemands opleiding en ervaring, kijk vooral naar competenties, persoonlijkheid en motivatie.’
‘Dat moet echt beter kunnen’
Na deze baan ging Nico aan de slag als zelfstandig communicatieprofessional. Via het bureau van zijn latere compagnon Willem Ketel kwam hij terecht bij de gemeente Nieuwegein. Daar fungeerde hij zelfs een tijdje als hoofd Afdeling Communicatie. ‘In die functie werd ik regelmatig benaderd door allerlei bureaus met de vraag of ik nog interimmers nodig had. Wat mij opviel was de vaak hijgerige toon waarmee dat gepaard ging. En ook de kwaliteit van de aangeboden kandidaten liet regelmatig te wensen over. ‘Dat moet echt beter kunnen’, zeiden Willem en ik tegen elkaar.
Nico voegde de daad bij het woord en startte samen met Willem het Bureau voor Overheidscommunicatie. ‘Of wij het inhuurproces door overheden daadwerkelijk hebben verbeterd? In bredere zin vind ik dat moeilijk te zeggen. Maar ik heb wel een concreet voorbeeld. Een van de G4-gemeenten kende bij het inhuren van communicatiemensen altijd extra punten toe aan mensen die al eerder voor een G4-gemeente hadden gewerkt. En nog meer punten als je al eerder voor die gemeente zelf had gewerkt. Dan vis je dus altijd in dezelfde vijver. Terwijl je wel zegt dat je behoefte hebt aan een frisse blik van buiten. Dit heb ik toen uitgebreid besproken met degene die verantwoordelijk was voor de inhuur. Deze gemeente liet die eis toen los. Echt een hele verbetering die aansluit bij wat ik al eerder zei over competenties en persoonlijkheid.’
‘We spreken de taal van onze professionals en opdrachtgevers’
‘Dat moet echt beter kunnen’ vertaalde Nico in de werkwijze van zijn nieuwe bureau. Hij zegt dat hij heel bewust voor een andere koers heeft gekozen dan veel andere bureaus in die tijd. ‘Zo hebben onze recruiters allemaal zelf ervaring in het communicatievak. We spreken de taal van onze professionals en opdrachtgevers. Ook voeren we een uitgebreid intakegesprek met kandidaten die zich inschrijven. Verder hanteren we geen (te) hoge tarieven of concurrentiebeding. Kijk, onze overtuiging is dat we partners van elkaar zijn. Opdrachtgever, bureau en kandidaat moeten het samen – tot ieders tevredenheid – doen. Van onze interimmers krijgen we vaak terug dat zij onze manier van werken heel prettig vinden.’
‘Het is echt kicken als dat lukt’
De rode draad in Nico’s carrière is het samenwerken met mensen. Inschatten wat mensen kunnen en willen, waar behoefte aan is, mensen in hun kracht zetten. ‘Het is echt kicken als dat lukt. Dat heeft mij altijd zo veel voldoening gegeven. Die drive zie ik ook terug bij de medewerkers van het bureau. Ze zijn zo betrokken en blij als ze een interimmer aan een mooie, passende opdracht hebben geholpen. Of, meer achter de schermen, goede service kunnen bieden op het gebied van contracten, betalingen, dat soort zaken. Echt een topteam.’
Ook de herinnering aan de samenwerking met opdrachtgevers en andere bureaus tovert een glimlach op zijn gezicht. ‘Ik denk dan bijvoorbeeld aan de bijzondere samenwerking met Communicatiemensen.nu en SchaalX in Partners in Communicatie. Samen zijn we al 7 jaar mantelpartij van de Rijksoverheid en enkele provincies. En sinds kort zijn we dit als Bureau voor Overheidscommunicatie ook voor communicatieadvies-diensten voor Rijkswaterstaat, in samenwerking met BBK/Door Vriendschap Sterker, DDK en Public Cinema. Het is mooi om de handen ineen te kunnen slaan om de dienstverlening te versterken en verbreden.’
‘Communicatie is volwassener geworden’
Het referendum in Nieuwegein over het Binnenstadplan. De inzet van een bijzondere communicatiestrategie en dito middelen – zoals het grootste landkunstproject ter wereld – bij de woonontwikkeling Veghels Buiten. Het leiden van bijeenkomsten met boze bewoners en het voeren van ‘keukentafelgesprekken’ met verschillende stakeholders naar aanleiding van de plannen om de polder Groot Mijdrecht Noord vanwege de grote bodemdaling onder water te zetten. Door de jaren heen heeft Nico het communicatievak in al zijn facetten beleefd. Maar welke ontwikkelingen zijn hem hierbij opgevallen?
‘Sowieso heeft het vak overheidscommunicatie een serieuze plek veroverd bij beleidsmakers en bestuurders’, kijkt Nico terug, ‘maar zal zich voortdurend moeten blijven bewijzen. Communicatie is volwassener geworden. Het vak heeft zich ontwikkeld van louter voorlichting naar integrale communicatie en participatie. Kijk naar burgerparticipatie. Daar zie je de verschuiving van rollen tussen overheid en burgers terug in begrippen als ‘overheidsparticipatie’ en ‘overheid = tussenheid’. Wat mij betreft een goede ontwikkeling. Het proefschrift ‘Genieten van Weerstand’ van Guido Rijnja uit 2012 geeft hiervoor al belangrijke inzichten en richtingen.’ Nico noemt verder – naast alle ICT-vernieuwingen en digitale ontwikkelingen – het afnemende vertrouwen in grote instituties, waaronder overheden, en het gebruik van fake news en trollen. ‘Ook dat brengt uitdagingen met zich mee voor overheidscommunicatie. Vertrouwen moet je verdienen door resultaten, maar ook door actieve transparantie en het afleggen van verantwoording.’
‘Maar de belangrijkste tip is toch: toon lef’
Gevraagd naar tips van ‘de meester’ voor ons als communicatieprofessionals reageert Nico met zijn kenmerkende bescheidenheid. ‘Nou vooruit’, zegt hij lachend. ‘Uiteraard zijn dat voortdurende scholing, elkaar en bureaus gebruiken om te sparren en een open en nieuwsgierige blik naar maatschappelijke ontwikkelingen blijven houden. Besef daarnaast bij elke opdracht wat de strategische en organisatorische belangen zijn van je opdrachtgever. Maar de belangrijkste tip is toch: toon lef. Dat heeft mij altijd erg geholpen. Ken je zwaktes en vooral je kracht. Durf vanuit dat zelfvertrouwen van de gebaande paden af te wijken. En schroom daarbij niet om anderen een spiegel voor te houden en door te vragen. Natuurlijk altijd met de wil om te luisteren en te verbinden. Mijn ervaring is dat zo’n houding tot aangename verrassingen kan leiden. Oh ja, en vergeet ook niet de wereld en jezelf te relativeren.’